Kalmpjes de berg af

12.12.2018 -    Krgg, krgg, krgg... De helling is steil en de vers vallende sneeuw maakt wandelen op sneeuwschoenen nog zwaarder. Het geklets dat eerder het bos met wit besneeuwde spookbomen nog vulde, is inmiddels verstomd. Dik twee uur zijn we onderweg en terwijl ik me concentreer op het neerzetten van mijn voeten – de verse sneeuw onttrekt alle oneffenheden aan het zicht – dwalen mijn gedachten af naar de jongens die op deze plek ruim honderd jaar geleden voor hun leven vochten.
   We zijn onderweg naar Forte Belvedere, een van de zeven grote forten die begin 20e eeuw in de regio Alpe Cimbra werden gebouwd. In de strijd tussen Italië en Oostenrijk-Hongarije was het Noord-Italiaanse Trentino en specifieker de regio Alpe Cimbra waar we dezer dagen verblijven, van groot strategisch belang. De forten op de hoogvlaktes van de dorpen Folgaria, Lavarone en Lusern zijn daarvan het bewijs.
   Forte Belvedere in Lavarone is het grootste en belangrijkste van de zeven forten. Tegenwoordig huist er een museum waar aan de hand van multimediale tentoonstellingen het aangrijpende verhaal wordt verteld van de duizenden soldaten die in de Eerste Wereldoorlog streden. Hoe hevig die strijd was, bewijzen ook de drie militaire begraafplaatsen in de regio.
   Als aan het eind van een bospad eindelijk de contouren van het enorme fort zichtbaar worden, begint het nog harder te sneeuwen. Dan blijkt het vanwege de vele sneeuw ook nog eens gesloten. Dus moeten we het vandaag doen met enkel het relaas van onze gids. Terwijl we staan te luisteren, veranderen we langzaam in witte sneeuwmannen. De gedachte dat de soldaten maandenlang, dag en nacht, in deze sneeuw bij uitkijkposten en in loopgraven moesten doorbrengen, maakt het verhaal nog indrukwekkender.
   Behalve de interessante geschiedenis is er een andere belangrijke reden om het fort te bezoeken. Namelijk het fabuleuze uitzicht dat je hebt over de Astico-vallei die ooit de grens tussen Italië en Oostenrijk-Hongarije vormde. Helaas geven de grijze wolken ook dát niet bloot vandaag. Veel fantasie vergt het echter niet om te bedenken dat het er met een zonnetje door de bomen waanzinnig moet uitzien. Niet voor niets heet het fort Belvedere: ’mooi vergezicht’.
   Waar soldaten een eeuw geleden voor hun leven vochten, komen liefhebbers van outdoorsporten nu om van de natuur te genieten. In de zomer kun je hier hiken, moutainbiken en paardrijden. In de winter is het gebied geliefd onder de meest uiteenlopende wintersporters.
Voor langlaufers, (sneeuwschoen)wandelaars en snowbikers zijn vele kilometers aan outdoortrails uitgezet. Voor skiërs is er de Skitour dei Forti, meer dan 70 kilometers aan pistes die langs de forten van de Eerste Wereldoorlog leiden.
   Mooi om te zien hoe de Italianen de heftige geschiedenis van het gebied in ere hebben gelaten en er bovendien iets moois mee hebben gedaan. De sneeuwschoenwandeling die we maakten, is onderdeel van de ’slow snow’-beleving. Geen snelle racepistes – al zijn die er wel degelijk – maar op je gemak beleven wat de de natuur te bieden heeft.
   Op de top bij Passo di Vezzenna heeft de grijze lucht van de vorige dag plaatsgemaakt voor een strakblauwe hemel, waardoor we nu ook kunnen zien waar we zijn beland. Bij berghut Baita del Neff vergapen we ons aan een waanzinnig 360 gradenuitzicht over de Dolomieten.
   De kilometerslange, goed geprepareerde blauwe pistes in deze bergen zijn een feest. Gemakkelijk, maar zeker niet saai. Doordat het skiën vanzelf gaat, is het volop genieten van de vergezichten, bossen en landschappen om ons heen.
   Dan is er natuurlijk nog dat andere onmisbare onderdeel van het goede Italiaanse leven. Want naast slow snow zijn ze hier ook van slow food: pure streekproducten. In restaurant Malga Mille Grobe leren we over de traditionele keuken van de regio Alpe Cimbra. We zijn uitgenodigd bij dela polenta de patate, het jaarlijkse streekfeest met als hoogtepunt de aardappelpolenta die in immens grote pannen met veel bravoure aan de gasten wordt gepresenteerd.
In tegenstelling tot eerder deze trip geen verfijnde Italiaanse pastagerechten, maar zware Alpenkost die laat zien hoezeer de Duits-Oostenrijkse invloeden nog aanwezig zijn. Zo spreekt een groot deel van de inwoners van deze streek nog altijd Cimbrisch, een oud Duits dialect. Wij kunnen na acht gangen geen boe of bah meer zeggen...

Door Katina Stavrianos
De Telegraaf

APT Alpe Cimbra
+39 0464 724100 - www.alpecimbra.it
 
 
 
    #alpecimbra