Wintersport nét even anders | Skiën en andere dingen in wild Trentino

19.01.2018 - Laten we beginnen met te zeggen dat je mijn mening met een korreltje zout moet nemen. In mijn tienerjaren heb ik maanden doorgebracht in deze door roze oplichtende bergmassieven en in mijn twintiger jaren heb ik er zelfs een tijdje gewoond. Waarmee ik natuurlijk wil zeggen: dit stukje Italië loskoppelen van mijn jeugdherinneringen, is onbegonnen werk. Maar…doen we een poging de skigebieden te bekijken door een objectieve goggle, dan blijft, Trentino je raadt het al, een van de meest veelzijdige skigebieden.

De skigebieden

Trentino ken je als wintersporter misschien van de Sella Ronda, een van de meest waanzinnige skiroutes in Europa. Wij beproefden deze winter ons geluk in twee skigebieden niet heel ver daar vandaan en die wat betreft landschappen zeker niet aan elkaar onderdoen. De eerste draagt de naam Alpe Cimbra-Folgaria, een sneeuwzeker skigebied van in totaal 74 kilometer aan pistes (voor beginners, gevorderden en pro’s) waarvan de hoogste begint op ongeveer 1900 meter, met pieken geflankeerd door bossen en valleien bedekt met wijnvelden, de tweede genaamd San Martino di Castrozza. Dit wilde skigebied telt 60 pistekilometers en is daarmee een stukje kleiner dan zijn voorganger, maar vanwege de ligging tussen de rotsachtige, kale pieken van de Dolomieten, tot bijna 2400 meter hoogte, een sensationele ervaring die je nog lang bij zult blijven. Vooral de laatste van de twee is een aangename afwisseling op de in de winter toch al zoveel op elkaar lijkende Alpiner skigebieden van Oostenrijk, Zwitserland en Frankrijk. Bereik je hier het dak van het bergmassief, dan lijkt het alsof je wandelt in zandduinen van poedersneeuw, met hier en daar een bende kale rotspartijen. En berghut om voortreffelijk te eten. Maar daarover later.


Italiaans poolgebied

Wil je een middagje iets anders doen skiën of boarden en de omgeving een beetje beter leren kennen, dan tonen de Dolomieten zich je beste vriend. De Dolomieten zijn geen poolgebied, maar in het plaatsje Lavarone kun je wel aan den levende lijven ervaren hoe het is om met voortdurend springende, kwijlende, energie slurpende huskyhonden door het winterse landschap te trekken. Maar wat je voordat je aan deze bijzondere activiteit met hyperactieve dieren begon nog niet wist, is dat je een groot deel van de tocht vanaf je karretje zelf moet steppen. De viervoeters voor de kar willen wel, maar winnen de strijd met de heuvels niet. Aardig alternatief is om vanaf dezelfde boerderij, Malga Mille Grobbe, de sneeuwscooter te pakken en de wildernis vanaf een ronkende motor te verkennen. Een gebied dat in de Eerste Wereldoorlog trouwens op de verdedigingslinie tussen Oostenrijk en Italië lag en naast oogverblindend mooie landschappen daarom ook een hoop forten, bunkers en loopgraven herbergt.

De keuken

De kers op de taart, de strooikaas op de pasta, het knisperlaagje op de crème brûlée is de keuken van Trentino. Want om de simpele reden dat de provincie tot vlak na de Eerste Wereldoorlog bij Oostenrijk hoorde, vind je hier naast Italiaanse gerechten veel zwaar bergvoer. Met het fijne gevolg dat wanneer je het skiën of rijden met sledehonden voor een maaltijd onderbreekt, je al gauw met je neus in de boter valt, of in een bord gnocchi, canederli of strangolapreti (deegrolletjes met genoeg energie om weer verder te skiën). Wat skiën in het noorden van Italië zo bijzonder maakt, is de traditie om eten om te vormen van iets primitiefs tot iets koninklijks, het liefst met zes gangen achter elkaar, wild, zwaar, heftig, maar plezierig, aangevuld met misschien wel – maar goed, ik ben verpest – de beste wijnen van Italië. Voor de kenners onder ons: Marzemino, Teroldego en Lagrein. En vergeet niet af te ronden met een grappa. Een goed restaurant om de eettradities van Trentino te ervaren is Ristorante l’Alpe in Costa/Folgaria, waar ze zoveel wijnen op de menukaart hebben dat je bij gang 3 vergeten bent wat je bij gang 1 gegeten hebt. Toch zal het dessert je voor altijd bijblijven: hier sprayt de ‘cameriere’ (bediende) vanuit een parfumflesje gin over je toetje.

Andere activiteiten

Na een aantal keer tijdens wintersportvakanties op een fatbike te hebben gereden, trekken we een weloverwogen conclusie: fatbiken is alleen leuk als je bergafwaarts gaat. Bergopwaarts kost je zoveel energie dat zelfs het enthousiasme om later nog te gaan skiën, je ontnomen wordt. Veel leuker is het om met deze mountainbike met tractorbanden naar beneden te koersen, als het even kan in de richting van een akkertje poedersneeuw. Want: komt jouw monstertruckvoorband in aanraking met maagdelijke sneeuw, dan zal zijn eerste reactie zijn te blokkeren en jou over het stuur heen te torpederen. En dat is leuk, zo lang het bedje sneeuw maar uit een laag sneeuw van minstens dertig, veertig centimeter bestaat. Een andere heldhaftige extracurriculaire activiteit is skiën wanneer de zon onder is en enkel de voetbalstadionlampen de pistes belichten.

De hotels

Pal naast het restaurant met het toetje met de ginspray staat een hotel dat het wat betreft de plaatjes vooral moet hebben van de winter. Het rijtje appartementen met puntdaken dat Muu Village vormt zijn zo maagdelijk wit dat ze opgaan in de omgeving als ware camouflage. Aardig van deze minimalistische, haast Scandinavisch vormgegeven accommodaties is dat de een is uitgerust met een sauna, de ander met een gym, weer een ander met een badkuip met uitzicht op de besneeuwde vlakte van Folgaria. In San Martino di Castrozza slaap je bij Chalet Prà della Nasse niet ver van de gondelbaan, waar de kamers zo comfortabel zijn en het ontbijt zo uitgebreid dat je eigenlijk de deur niet uit wilt.

http://blog.colourfulrebel.com/wintersport-net-even-anders-skien-en-andere-dingen-wild-trentino/
 
 
 
    #alpecimbra